vrijdag 13 januari 2012

Feestdagen in Tokyo 2: Oud & Nieuw

Vorige keer heb ik geschreven over hoe ik het kerstfeest (half) beleefd heb in Tokyo. Ditmaal een (wederom lang…) verslag over een vuurwerkloos Oud & Nieuw in de Japanse hoofdstad!

De voorbereidingen voor Oud & Nieuw begonnen op 30 december, toen ik met mijn vriendin Mami en haar moeder (afkomstig uit Kagoshima, het verre zuiden van Japan, en voor de gelegenheid omgedoopt tot Mamimamma) inkopen zou gaan doen. Voordat we dat echter gingen doen, gingen we eerst lunchen in Tsukiji, dé plek van de grote beroemde vismarkt van Tokyo. Nu gingen wij niet in de vroege ochtend om de vismarkt zelf te zien, maar gewoon in de middag om de meest verse sushi te eten, en wel staand! Oftewel, je komt binnen en staand aan een soort van bar laat je aan de chefs weten welke vis je wilt eten. Volgens jouw bestelling maakt die chef dan ter plekke je sushi. Verser kan het niet. En lekker! Voor alle mensen die van (rauwe) vis houden, is dat echt het walhalla. Voor Mami en Mamimamma natuurlijk leuk om mij de visnamen te leren, maar als je de Nederlandse of Engelse equivalenten niet weet, blijft dat toch eventjes lastig.


Na de lunch zijn we over de markt gelopen, waar het zwart zag van de mensen die druk inkopen aan het doen waren voor oudejaarsavond en nieuwjaarsdag. Ook Mami en Mamimamma keken nadrukkelijk rond, maar het echte inkopen deden we pas in Ueno (noorden van Tokyo), en dan op Ameyoko, dé marktstraat voor de ‘oudejaarsgerechten’ die Mami en haar moeder zouden gaan maken. Elk jaar rond deze tijd wordt Ameyoko door meer dan vijftigduizend mensen bezocht en het was dan ook een waar gekkenhuis! We bewogen stapvoets voort, terwijl kooplui al schreeuwend hun waar aanprezen en menigeen overal stopte om te kopen óf om te eten. Wat een drukte. Ook de supermarkt, de laatste stop van de dag, was veel drukker dan normaal en leek veel op onze Nederlandse supermarkten zo vlak voor kerst. Wat apart om dat mee te maken!


Aan het einde van de lange d
ag – we waren allemaal doodmoe – werd ik uitgenodigd om oudejaarsavond met Mami en haar moeder te vieren, en natuurlijk kon ik daar alleen maar ja op zeggen. De perfecte manier om het Japanse Oud & Nieuw mee te maken, dacht ik zo!Op oudejaarsavond ging ik dan ook naar Mami’s appartementje, op vijf minuten loopafstand van het DK House, met bubbeltjeswijn, ijs en een schaal zelfgebakken appelflappen in de hand. Ik was blij dat ik iets had meegenomen om bij te dragen aan de avond, want bij aankomst stonden er, zoals verwacht, twee tafels vol Japanse gerechten te wachten. En lekker! We aten, dronken, kletsten, keken foto’s, en keken dé oudejaarsmuziekshow waarin alle grote Japanse artiesten hun opwachting maken.

Een halfuur voor tijd schakelden we over naar een klassiek concert, en zo’n kwartiertje vóór het einde van 2011 zette de dirigent ‘Bolero’ van Ravel in (ken je het niet, klik dan hier voor een uitvoering van André Rieu). Terwijl het orkest het stuk opbouwde richting de climax, kwam twaalf uur middernacht ook steeds dichterbij. Een paar minuten voor tijd zweefde er een gouden klok door het beeld, en het stuk werd verder en verder opgebouwd. In de laatste twee minuten hadden we de grootste lol om te bedenken wat een druk er op de dirigent stond dat hij de climax van het klassieks stuk moest bereiken vóór twaalf uur. Maar het lukte! En wij konden met een plop van de bubbeltjeswijn (die overigens heerlijk was) het nieuwe jaar verwelkomen. Het vuurwerk was uiteraard de grote afwezige (eveneens de oliebollen), maar eigenlijk viel het me binnen in dat gezellige Japanse appartementje, met die twee lieve mensen, niet eens zo op. En daarmee was 2012 ingeluid!

Op 1 januari 2012 mocht ik opnieuw op pad met Mami en haar moeder en bezochten we, geheel volgens Japanse traditie, een schrijn om de goden te groeten en om bescherming te vragen voor het nieuwe jaar. Wij kozen de Tōgo-schrijn in Harajuku, één van Mami’s favoriete schrijnen in Tokyo. Terwijl we in de rij wachtten op onze beurt om te ‘bidden’, legde Mami uit hoe het officieel hoorde: twee keer buigen, twee keer klappen, nogmaals buigen, en daarna je gebed uitbrengen. Grappig genoeg hoorde ik meer mensen overleggen hoe vaak je nu moet buigen en klappen.

Nadat we dat hadden gedaan, kochten we een omamori¸ een Japans ‘amulet’ voor goed geluk op een goede gezondheid. Die van mij beschermt mijn dromen. Ook trokken we een omikuji, een ‘gelukslot’ dat voorspelling doet over bijvoorbeeld je werk en je liefdesleven, en daarbij aangeeft in welke mate je ‘gezegend’ zult zijn (of niet). Ik trok “gemiddeld geluk”, wat volgens mijn vriendin beter is om te hebben dan “groot geluk”, want gemiddeld geluk kan nog beter worden en groot geluk niet. Als je “ongeluk” trekt (die zijn er ook in allerlei gradaties) dan moet je die aan een daarvoor bestemd rek binden, waarmee het dan daar zou blijven.


Tot slot bracht Mami haar omamori van vorig jaar naar een standje waar de oude omamori ingezameld worden om uiteindelijk ritueel verbrand te worden. En hiermee was het nieuwjaarsdagritueel afgerond! Om meteen het nieuwe jaar maar goed te beginnen zijn we in de bekende Takeshita-dōri een overheerlijke crêpe met aardbeien en slagroom gaan eten…

Voor mij was het traditionele vieren van nieuwjaar echter nog niet afgelopen, want de volgende dag werd ik gebeld door mijn vriendin Lianne die momenteel in Kyoto studeert. Ze was in Yokohama (vlakbij Tokyo) en of ik bij haar voormalige gastgezin osechi wilde komen eten.
Osechi
bestaat uit traditionele Japanse nieuwjaarsgerechten, en deze traditie stamt uit de Heian-periode (794-1185). Elk gerecht dat onderdeel is van osechi symboliseert een speciale betekenis voor het vieren van het nieuwe jaar.
Zo zijn er kuromame, zwarte sojabonen; mame symboliseert ‘gezondheid’ en daarmee de wens voor goede gezondheid in het nieuwe jaar. Kamaboko is een geroosterd viscakeje, vaak in rode (roze) en witte plakjes. Deze kleuren doen herinneren aan de rijzende zon van Japan en hebben een feestelijke betekenis. Dan nog kazunoko, kuit van een haring; kazu betekent “aantal, nummer” en ko betekent “kind”, waarmee dit gerecht de wens om veel kinderen te krijgen in het nieuwe jaar symboliseert. Tazukuri, gedroogde sardientjes gekookt in sojasaus, betekent letterlijk “rijstveldenmaker”, want vroeger werden deze vissen gebruikt om de rijstvelden te bemesten. Nu symboliseert het dan een overvloedige oogst. Tot slot zōni, een soep van mochi (platgeslagen rijst) in heldere miso bouillon.


In Yokohama ontmoette ik Lianne voor het eerst in meer dan zes maanden en het was een geweldig weerzien! Na even geshopt te hebben in het grote winkelcentrum zijn we met de trein op weg gegaan naar het huis van Yūko-san, de obaachan (“oma, oude vrouw”) die Lianne een paar jaar terug onder haar hoede had genomen.
Aanvankelijk zou alleen Yūko-san er zijn, maar bij aankomst bleek dat haar dochter, diens gezin (inclusief zoontje!) en broer er ook waren. Dus dat was even wennen, vooral omdat dat voor het eerst een samenkomen was met een Japanse familie (Mami en haar moeder daargelaten). Maar het liep op rolletjes en het eten was ontzettend lekker. Yūko-san hield alles et een scherp oog in de gaten om ervoor te zorgen dat ik van alles iets gegeten had en ze moedigde me vooral aan te blijven eten (en drinken; voor het eerst weer bier op sinds maanden en het paste perfect bij het eten). Haar dochter zei dan ook: “In dit huishouden kom je aan hoor!” Hele gesprekken gevoerd met iedereen en vertederd gelachen om zoontje Akira.


Pas rond een uur of tien in de avond nam ik afscheid en liep Lianne met mij mee naar het station, vanaf waar ik weer terugreisde naar Fujimidai met nog een voorraad mochi op zak. Dit samenkomen was het slotakkoord van een voor mij heel bijzonder Oud & Nieuw, dat ik op geen mooiere manier had kunnen vieren. Ik ben Mami en haar moeder, en Lianne en haar voormalige gastgezin dan ook heel dankbaar dat zij mij heel Japanse feestdagen bezorgd hebben!

zondag 8 januari 2012

Feestdagen in Tokyo 1: Kerstmis

Allereerst, allemaal de beste wensen voor 2012! Hopelijk heeft iedereen fijne feestdagen gehad, veel gegeten, goede voornemens gemaakt, en zitten alle vingers er nog aan.
Tot dit jaar heb ik eigenlijk altijd de decemberfeestdagen in Nederland meegemaakt (waarvan ik me bewust was, althans) en dit studiejaar in Tokyo zou ik het voor het eerst meemaken in Japanse sferen. Bij deze een verslag (en het belooft lang te worden!)


Nu is voor mij Kerstmis een van de belangrijkste feestdagen van het gehele jaar, en dat komt voornamelijk door de gezelligheid en de gehele sfeer die de Kerst met zich meebrengt. Zoals ik al in mijn vorige blog schreef, was dat gevoel grotendeels afwezig in Tokyo – behalve dan de illuminaton en hier en daar een verdwaalde kerstboom.

Toch zouden we kerst gaan vieren, en wel op kerstavond, in het DK House hier in Fujimidai. Nu gingen Glynis en ik eerst op pad om nog wat kerstinkopen te doen, een overheerlijke donut te gaan eten bij Krispy Kreme, waar ik eveneens een zeer aparte kerstspecial koffie bestelde: white mocca creme brulee… (overigens was de smaak van crème brulee ver te zoeken).

Met de Christmas Station van Skyradio op de achtergrond verzamelden alle aanwezigen zich in de shokudō (de “eetzaal”/ “keuken”), waar een enorme hoeveelheid eten uitgestald was op de tafels. Ook alcohol vloeide rijkelijk en ik beperkte me, zoals altijd, tot umeshu, een overheerlijke zoete alcohol van een Japanse abrikoos/pruim waarnaar ik in Nederland hard op zoek moet gaan. Onze Spaanse inwoner had voor de gelegenheid weer een emmer (letterlijk!) sangria gemaakt, en aangezien dat wegdrinkt als ranja goten we allemaal lekker door, terwijl we ons ook vooral tegoed deden aan de overvloed aan eten.

De manager had heel actief deze avond georganiseerd en deed ontzettend zijn best om het ons allemaal naar de zin te maken. Zo was er een bingo, maar wel op de Japanse manier. We kregen allemaal een velletje met cirkeltjes waarop je zelf nummers moest schrijven, en wanneer dat nummer getrokken werd, moest je dat nummer eruit drukken. Nu dachten Glynis en ik, lekker Nederlands, dat je alle nummers eruit gedrukt moest hebben om bingo te krijgen. Dat bleek dus fout! Het ging erom of je een rij kon krijgen, oftewel verticaal, oftewel horizontaal, oftewel diagonaal. En als je één nummer verwijderd was van een hele rij, dan moest je dat ook melden. Vreemde versie! Maar wel lachen. Ik won helaas niet, maar echt geconcentreerd deden we tegen die tijd allemaal ook niet meer mee.

Later op die avond voegde mijn Japanse vriendin Mami zich ook nog bij ons en ze was precies op tijd voor het grote spektakel van de avond: de stoelendans! Ja, inderdaad, de stoelendans! Zo snel als ik kon, benoemde ik mezelf tot fotografe/cameravrouw van dit grote gebeuren, want de stoelendans op kerstavond, daar begin ik niet aan. Op andere avonden ook niet, trouwens. De manager had zich voor de gelegenheid gekleed in een kerstmannenpak met daaronder, jawel, roze, ik herhaal, roze Crocs. Tot afgrijzen van de buitenlanders. Maar een lol! Die man was zo hyperactief en enthousiast, dat de stoelendans een groot succes werd. Mami en ik keken vanaf een veilige afstand toe met een camera en een beker sangria in de hand.

Met Shinji en Mami

Uiteindelijk ging het feest door tot een uur of drie, al druppelde de gezamenlijke ruimte vanaf één uur langzaamaan leeg. Na Mami naar huis gebracht te hebben dacht ik te gaan slapen, maar zat ik uiteindelijk om half vijf ’s ochtends nog te Skypen met Nederland. Van de manager hadden we overigens ook een kerstcadeautje gekregen, en wel een zak chips! Alleen in Japan, zullen we maar zeggen. Maar het was in elk geval een topavond!

Waar in Nederland zo ongeveer alles gesloten is met kerst, is alles in Japan gewoon open. Eerste kerstdag was de sportschool dan ook gewoon toegankelijk en aangezien ik niets speciaals/beters te doen had besloot ik gewoon te gaan (en eveneens even wat calorieën eraf te branden…). Net daarvoor had ik overigens een overheerlijke kerstbrunch genuttigd met Rachel en Glynis, namelijk verwarmde pistoletjes met roomkaas en zalm, en daarbij French Toast. Wat een luxe op 25 december!

De trainer die de twee lessen geeft die ik op zondag altijd doe (martial arts, oftewel vechtsport, en group power, waar je op muziek met gewichten een programma afwerkt) deed voor de kerstgelegenheid de warming-up op een remix van allerlei kerstnummers. Hoewel ik de avond ervoor veel had gedronken en weinig had geslapen was het erg lekker om te sporten, maar toen we overgingen op de normale oefeningen en de normale muziek was het kerstgevoel dan ook ver te zoeken.

Tweede Kerstdag was tevens de meest bizarre Tweede Kerstdag ooit… We gingen namelijk weer op pad en alles, maar dan ook álles was weg! Nergens meer versiering, nergens een kerstboom, geen kerstkoekjes en dergelijke meer te bespeuren bij de bakkers… Er was zelfs geen uitverkoop van alle overige kerstspullen. Het was zo vreemd en onwerkelijk! Alle winkels waren ook normaal open en iedereen was weer doodnormaal aan het werk. Echt een vreemde gewaarwording. Tweede Kerstdag bestaat niet, maar dan ook echt niet, in Japan.

Ik heb geen idee meer wat ik die dag gedaan heb, maar in de avond zijn Glynis en ik wezen eten met Jin, één van de Japanners uit het DK House, die die avond terug zou verhuizen naar zijn ouders. Dus nog even gezellig gaan eten met zijn drieën en aangezien Jin met de auto was, zijn we met de auto gegaan, wat toch ook wel weer leuk was. In Japan rijdt men namelijk links en zit de bestuurder rechts, zoals in Engeland. Klein detail, maar wel grappig om mee te maken.

Tweede Kerstdag dus afgesloten als een normale dag, eigenlijk. Maar het was een leuke Kerst, anders, maar heel leuk. Ik had ook nog wat cadeautjes gekregen van wat vrienden hier en hoewel dat totaal niet nodig was, was het wel heel erg leuk. Geen sneeuw gezien overigens, en ook geen kerstboompje op mijn kamer omdat mijn pakketje vanuit Nederland vertraagd was wegens de kerstdrukte… Maar ook in Japan, zij het op een andere manier, is Kerst gevierd en geslaagd!

woensdag 21 december 2011

Een beetje kerstsfeer proeven: illumination in Harajuku

Het is ongelofelijk, maar het is al 21 december! Alleen de 22e nog naar de universiteit, en daarna zijn we vrij tot 5 januari 2012. Plannen voor Kerst? Een kerstfeest hier in het DK House op kerstavond, verder niets. Plannen voor Oud & Nieuw? Niets…? Misschien een sterretje afsteken op het dak van het DK House… En dat zonder die overheerlijke oliebollen en Guido Weijers’ Oudejaarsconference…

Gek hoe de sfeer hier zo anders is dan in Nederland. Na het Sinterklaasfeest komen de kerstspullen tevoorschijn en is het overal, maar dan ook werkelijk overal kerst. Overal kerstverlichting, Last Christmas van Wham! en alles staat in het teken van dit christelijke feest. Al voor het daadwerkelijk kerst is, ben je in de kerststemming en kun je niet wachten tot het 24 december is. Hier in Japan is het plotseling bijna zo ver!

Daarnaast is alles van winkels tot supermarkten tot zelfs de lokale sportschool gewoon open het aankomende kerstweekend, en zijn er veel van de DK-bewoners niet eens aanwezig op het kerstfeest omdat ze zoals gewoonlijk naar hun bijbaantje moeten… Pas met Oud & Nieuw gaan ook banken en dergelijke dicht en zal ik het een paar dagen zonder gym moeten doen—die, tot mijn groot vermaak, alle mensen die níet tijdens het kerstweekend gaan zondigen vooral aanmoedigde om lekker te komen sporten en het met zijn allen gezellig te maken, want de staf moet natuurlijk ook gewoon werken…

In elk geval, de kerstsfeer die ik zo gewend ben, is eigenlijk ver te zoeken, zo waren ook meerdere buitenlanders in het DK House van mening. Om toch een beetje in de kerststemming te komen ben ik met Mami (een goede Japanse vriendin van mij) en Glynis naar de Omotesando in Harajuku gegaan om daar de kerstverlichting te bekijken, de illumination. Dat is dan wel weer iets wat in Japan, of in elk geval in Tokyo gedaan wordt: bomen en winkels versieren met kerstlampjes. Veel over gehoord en tot 17 december geen kans gehad om een kijkje te nemen, maar die zaterdagnamiddag togen we naar Harajuku om het eens met eigen ogen te gaan bekijken.

De Omotesando is een brede, dure winkelstraat in Harajuku, waar namen als Louis Vuitton en Blueberry niet ontbreken. Op een cafeetje hier en daar na, en een toeristisch kijkje, heb je hier in feite niet veel te zoeken. Maar met de feestdagen op het oog is deze straat omgetoverd tot een waar lichtjesspektakel, met alle bomen aan weerszijden van de straat versierd met goudkleurige verlichting. Het deed me meteen tegen aan de Champs-Élysées in Parijs!

We waren uiteraard niet de enigen; terwijl de schemer viel, zagen de trottoirs al zwart van de mensen die overal stopten om foto’s te maken. De straat oversteken was natuurlijk hét punt waar mensen stil wilden blijven staan om de gehele straat op camera vast te leggen, en daarom stonden er ook politieagenten die iedereen aanspoorden vooral door te blijven lopen. De loopbruggen over de straat, vanwaar je natuurlijk een prachtig uitzicht zou hebben, waren om drukte, en daarmee, gevaar te voorkomen afgesloten.

Mami nam ons ook mee naar de Omotesando Hills, een chique warenhuis waar ik waarschijnlijk vanuit mezelf nooit een stap binnen gezet zou hebben. Buiten het warenhuis stond een prachtig verlichte koets, waar nota bene FC Barcelona verdediger Dani Alves een paar dagen ervoor een foto had laten nemen van zichzelf!

Binnen kreeg ik eindelijk een beetje een kerstgevoel met een Disney-thema en een schitterende kerstboomvormige verlichting in het middelpunt van het warenhuis. Er kwam ook een Japanse zangeres optreden, maar haar stem en haar Engelse uitspraak (van grote hits als All I Want for Christmas en de Jackson5) waren zodanig dat we er niet lang bleven rondhangen.

Uiteindelijk zijn we de hele straat afgelopen en keerden we met toch een beetje een kerstgevoel terug naar Ikebukuro om daar te gaan dineren. Hoewel Japan in dat opzicht toch wat vervaagt in vergelijking met ons kleine landje, is het niet helemaal afwezig en ga ik lekker kerstfilms kijken en warme chocolademelk drinken! En hoe dan ook, er staat ons een vakantie van iets langer dan een week te wachten, dus klagen mogen we sowieso niet!

Fijne Kerstdagen allemaal!

donderdag 8 december 2011

Dank je, Sinterklaasje!


Ik mag dan in Tokyo zitten, maar natuurlijk is het, mede door media als Facebook, mij niet ontgaan dat Sinterklaas weer in de Lage Landen was. Normaal vier ik het eigenlijk niet zo, maar hier heb ik me pas beseft wat een sfeer Sinterklaas eigenlijk met zich meebrengt. Al doe je er niets aan, overal in de winkels tref je snoepgoed aan, de televisie besteedt aandacht aan het fenomeen en kindertjes lopen rond met petjes van Zwarte Piet. Meer dan ik dacht, is het toch een heuglijke feestdag, al is het maar vanwege alle sfeer eromheen (hetzelfde geldt voor Kerstmis, eigenlijk).
Hoewel ik dus geen vierder meer ben, was ik natuurlijk nooit te beroerd om Sinterklaas snoepgoed te verorberen. En dat is hier in Japan uiteraard nog niet in de kleinste variant te verkrijgen! Wat een gemis - en Japanners zijn nog wel zo dol op zoet spul!

Vanuit Nederland was er wel een pakketje naar mijn onderweg, maar naar mijn weten was dat vooral gevuld met allerlei praktische zaken die Nederland in overvloed heeft maar die in Japan niet of nauwelijks te vinden zijn. Één voorbeeld: fatsoenlijk, niet-zoete, niet-al-te-vloeibare pindakaas!
Dinsdag 6 december kwam het pakketje al aan, maar uiteraard toen ik niet thuis was, en via Internet (prachtig systeem) kon ik het pakketje opvragen en aangeven wanneer ik wilde dat het opnieuw geleverd zou worden.

En ja hoor, de volgende dag, rond een uur of één, werd er op mijn deur geklopt en stond daar een Japanse postbode met een megapakket uit Nederland!
Nog voor ik het pakketje überhaupt had opengemaakt, had ik al de grootste lol, want het blijkt dat het spellen van Kuijpers in het katakaans (Japans schrift voor buitenlandse namen en woorden) prima gaat, maar het spellen van diezelfde achternaam in westers alfabet enigszins problematisch is. Waar Word er graag KNIJPERS van maakt, schreef de Japanse postbode het maar als KUJIPERS. Geen idee waarom, maar ik vond het hilarisch!

Nou, en als een kind zo blij mocht ik het pakketje gaan openmaken. En ja hoor, tot mijn grote verbazing, en vreugde natuurlijk, zaten er ook cadeautjes in - ingepakt in Sinterklaaspapier! Broetjespiet Marco had een flesje Lipton Ice Tea (met prik!) geschonken, dat inmiddels al niet meer bestaat - en het was overheerlijk! De Bejaarde Piet uit Uden, ofwel mijn oma, had een sjaal ingepakt, super lekker warm en rood van kleur, wat die saaiige zwarte winterjas wat kan opleuken. De andere Oma-Piet gaf een overheerlijke chocoladeletter! En alsof dat nog niet genoeg was, kreeg ook Glynis nog een chocoladeletter en een chocoladepop toegestopt - net als ik.
Ik weet niet hoor, maar mijn goede voornemen om goed om mijn eten te blijven letten wordt toch een beetje gedwarsboomd door al dat lekkers! Nog maar meer sporten dan!


Uiteraard zaten er nog wat praktische spulletjes in, evenals een pot pindakaas (ja, ja!) waar de eerste hap al uitgelepeld is. En stiekem is deze pindakaas véél lekkerder dan Calvé pindakaas... Oh, en ook zo geweldig: blauwe Doritos (je kunt hier veel smaken krijgen, maar die niet) én worstenbroodjes! Nou, waar ik nog het hardste om heb gelachen (met Glynis) is het bakje curry dat ik erbij kreeg... Waar kan een mens allemaal niet stom blij van worden! Curry is zo lekker...

Nou, ik heb wel weer genoeg geschreven over mijn pakketje. Ik ben in elk geval blij dat Sinterklaas en zijn Pieten toch eventjes Tokyo hebben aangedaan - hopelijk is er van al dat lekkers nog iets over in januari, dat zou betekenen dat ik me goed heb kunnen beheersen, haha!

Bedankt, Sint en Pieten!

maandag 5 december 2011

Japanese Language Proficiency Test

Het is alweer december... De tijd vliegt, en veels te snel!
Mijn afwezigheid van twee maanden is gemakkelijk te verklaren: geen tijd, maar vooral ook weinig zin om te vertellen over dingen die voor mij zo normaal zijn geworden dat het het bijna niet waard is om erover te schrijven. Echter, het is zo gemakkelijk om te vergeten dat dergelijke voor mij normale dingen voor jullie niet zo doorsnee zijn...

4 december 2011 stond ik, samen met drie huisgenootjes, op de campus van de Takachiho University, hemelsbreed zo'n dertig minuten ten zuiden van Fujimidai, maar met het openbaar vervoer op een uur afstand. Voor deze zondag was deze universiteit het podium voor een belangrijk examen: het zogeheten Japanese Language Proficiency Test (JLPT), oftewel een nationaal examen dat je Japanese taal toetst. Nu zijn er vijf niveaus, waarvan vijf het laagste en één het hoogste is, en wij vieren hadden ons ingeschreven voor het hoogste niveau. Ai.
De dag was goed begonnen; om zeven uur was ik klaarwakker en uitgerust, en vanaf het dak van DK House werd ik begroet door een ongelofelijk goed zichtbare Mt. Fuji, de heilige berg van Japan. Gelukssymbool? Inmiddels enigszins verjapanst mag ik graag geloven dat dat zo was.
Al onderweg naar Takachiho University werd het duidelijk: dit is een heel ander deel van Tokyo. Slechts zeventien minuten van het enorm populaire en overbevolkte Shibuya, en je waant je in een andere stad. Bijna het platteland, zoals de Japanners het zouden noemen.Aangekomen op de campus werd nog iets meteen duidelijk: het aantal blanke buitenlanders zou op hoogstens twee handen te tellen zijn! De trein zat nog stampvol met Europeanen en Amerikanen, maar die stapten allen op een ander station uit, waarschijnlijk op weg naar Niveau 2 of lager. Wij trokken goed de aandacht onder alle mensen die opgingen voor Niveau 1...


Glynis en ik zaten in dezelfde ruimte, samen met zo'n honderd (schat ik?) Aziaten, en een handjevol blanke buitenlanders. Nu vallen wij altijd al op, maar wat een gestaar! Ongelofelijk. Japanners kunnen wat dat betreft beter hun fatsoen bewaren (een enkele uitzondering daargelaten). Er werd zelfs naar ons gewezen en het voelde echt vreselijk, al moesten wij er natuurlijk hard om lachen.
Nog een leuk iets: de WC's in ons al oude gebouw kenden alleen de Japanse stijl. Oftewel: geen zitwc, maar een wc ingebouwd in de grond waar je boven moet hangen... Tot nu toe, in al die maanden dat ik in Japan ben, heb ik deze WC's weten te ontwijken en ging ik liever in de rij staan voor de "Westerse WC's", maar ditmaal was er geen ontkomen aan. En ik kan je zeggen, als het even kan, doe ik het niet nog een keer!

Nou, de toets dan. Hier begint de verschrikkelijke Japansheid der Japanners. Glynis en ik zaten niet bij elkaar in de buurt, dus heb ik grotendeels in mijn eentje zitten gniffelen, want wat een efficiëntie en non-efficiëntie weer!
Ten eerste was het een oplopende zaal, zoals een collegezaal, met rijen banken. Op elke rij waren, met een plaats ertussen uiteraard, stickers geplakt met je respectievelijke nummer dat je had gekregen bij aanmelding. Oftewel, je plek was bepaald en daarnaar moest je op zoek. Nu had ik de mazzel dat ik helemaal achterin zat, en een goede uitkijk had op hoe zo'n officieel examen nu eigenlijk geregeld wordt.
Allereerst wordt er vijftien keer, en dat ik niet overdreven, gevraagd of je nummer of je 'kaart' klopt met het nummer op de sticker. Ook al had ik het al veertien keer gecheckt, ook toen het de vijftiende keer gevraagd werd, checkte ik het nogmaals. Daarna werd verteld wat je wel op je tafel mag hebben liggen, namelijk potloden (balpen verboden), je kaart en een gum, die overigens wel uit het hoesje gehaald moest worden. Buiten dat mocht er niets op je tafel liggen. Dit werd eveneens tot in den treure toe herhaald (en nog waren er mensen die niet gehoorzaamden...).
Ook moest je telefoon uit. Niet op trilfunctie, maar uit. Grappig genoeg was het zeggen ervan niet voldoende; de aanwezige staf liep ook de trappen tussen de rijen op met een geprint blaadje met daarop een mobiele telefoon met een grote streep erdoor: OFF! Eveneens het alarm op digitale horloges moest uitgezet worden.

Alsof dat nog niet genoeg was, werd er ook uitgelegd dat er een strafsysteem in werking zou zijn tijdens het tentamen. Een rode kaart betekende directe diskwalificatie en moest je de ruimte verlaten. Een gele kaart was een waarschuwing; een tweede werd dan automatisch een rode. Het leek wel voetbal! En ook dit moest nog drieduizend keer herhaald worden, inclusief stafleden die dezelfde kaart omhooghouden alsof ze in het vliegtuig demonstreren hoe je een reddingsvest moet omdoen. Ja, het was zeer vermakelijk!
Maar het wordt nog leuker (ja, het kan bijna niet!): ook het uitdelen van de testblaadjes en de vragenboekjes was een heel gedoe. Alles lag natuurlijk op volgorde van naam/nummer, waardoor het gemakkelijk uitdelen was voor de stafleden. Maar stel je dit voor: op elke rij zitten drie mensen, één aan het linkergangpad (persoon 1), één in het midden (persoon 2), en één aan het rechtergangpad (persoon 3). Nu zou je zeggen, als staflid ga je links staan en deel je de drie blaadjes van die rij uit. Maar nee, dit is hoe Japan het doet: eerst doe je de testblaadjes (waar je de antwoorden op moet invullen). Dit doe je niet per twee of drie, maar stuk voor stuk. En dan niet op één rij, maar eerst persoon 1 op rij 1, dan persoon 1 op rij 2, etcetera. Tot je bovenaan bent, dan ga je weer naar beneden en herhaal je hetzelfde riedeltje met alle personen 2 op de rijen. Vervolgens herhaal je dit voor persoon 3. Daarna deel je de vragenboekjes uit en ook dit (al stond er niet eens een persoonsnaam- of nummer op) doe je volgens hetzelfde ritueel. Nou, geen wonder dat ze er een kwartier voor hadden uitgerukt, wat een gekkenwerk! Tot mijn grote vermaak, uiteraard.

Ik zou bijna vergeten over de test zelf te vertellen! Om 12:45u begon het eerste deel van het examen: begrijpend lezen, kanji en grammatica. Wat een kluif! Kanji en grammatica was erg moeilijk en helemaal niet veel, dus van alle kanji die je geleerd had, werd natuurlijk maar een heel beperkte selectie gevraagd, en als je die dan niet wist... Lezen was heel erg veel, heel veel verschillende (en lange) teksten waar dan vragen over werden gesteld. De tijd tikte maar door, waardoor ik sommige teksten niet goed en rustig kon lezen - op het einde moest ik echt haasten. Enigszins jaloers besefte ik dat mijn Aziatische buurman het vast gemakkelijker zou hebben met het begrijpen van al die tekens...
De tijd vloog om en om 14:35u stipt, riep het hoofdstaflid van de dag door de microfoon dat het tijd was. Geen waarschuwing ("nog vijf minuten") vantevoren, maar een "pennen neer". Doorschrijven zou een gele kaart kosten, dus ik gooide mijn pen nog net niet naar beneden. We mochten natuurlijk nog niet weg, want alles moest nog opgehaald en nageteld worden - en ook dat kostte weer vermakelijk veel tijd.

Het grootste gedeelte van het halfuurtje pauze hebben Glynis en ik in de rij voor de dameswc's gespendeerd. Al waren er herenwc's (niet de staande, uiteraard) omgetoverd tot dameswc's, het was verbijsterend wat voor rijen er overal stonden, en we waren al van gebouw gewisseld speciaal voor de toiletten. Nog verbazingwekkender was hoe ontzettend sloom meisjes naar de wc gaan, ongelofelijk! Gelukkig waren dit wél Westerse wc's.

Deel twee was Luistervaardigheid en hoewel we natuurlijk goed gewend zijn aan gesproken Japans, is dit wel een stapje verder qua woordenschat, en uiteraard worden er vervelende vragen gesteld, waarvan je het antwoord nét gemist kan hebben. Het viel dan ook vies tegen, vooral toen bleek dat ik de gesproken tekst goed had begrepen, maar het totaal niet overeen vond komen met de gegeven antwoorden!
Halverwege de toets hadden we een paar minuten pauze en konden we eventjes ontspannen onder het genot van een pianomuziekje dat de spanning weg moest nemen. En ik zat maar te glimlachen.

Na afloop van het examen was ik doodmoe, net als mijn medekandidaten en gingen we met gemengde gevoelens naar huis. Het is ontzettend moeilijk om te zeggen of ik nu geslaagd ben of niet. Iets zegt me dat ik het niet superslecht heb gedaan, maar het deel dat denkt dat ik hiervoor ga zakken is sterker. Afwachten dan maar.
De resultaten komen ergens halverwege februari binnen, dus tot die tijd er niet meer aan denken en maar afwachten! Het is in elk geval over, ik heb mijn best gedaan - nu weer tijd om te focussen op alle anderen dingen!

Ciao~

zaterdag 1 oktober 2011

Het nieuwe semester

Het is zover: het nieuwe semester staat voor de deur. Na een eigenlijk te lange zomervakantie gingen Glynis en ik gisteren (30 september) op pad naar de Yotsuya Campus van de universiteit voor ons eerste college. Het was een vreemd gevoel om de campus weer zo vol te zien! En dan heb ik het nog niet eens over het aantal buitenlanders, dat explosief toegenomen is. Op zich niet erg, maar wát een verschil met vorig semester. Overal hoorde ik Engels, en als ik eerlijk ben, was dat enigszins intimiderend. Ik zag de bui ook alweer hangen voor onze klas, die waarschijnlijk veel groter zou zijn dan afgelopen semester.

Het gebouw was hetzelfde als een paar maanden geleden, en zelfs de verdieping, dus even had ik nog de illusie dat ik mijn oude vertrouwde – en ontzettend geliefde – docent voor de klas zou zien staan, maar dat was niet het geval. Wel was het klaslokaal enorm vol, en dat werd alleen maar erger – ik geloof dat we in totaal met zo’n 23 man waren uiteindelijk! Voor Advanced Japanese (vergevorderd) is dat uiteraard te groot, dus werden we in twee groepen opgedeeld, en dezelfde nationaliteit mag niet bij elkaar zitten… Oftewel, ik kreeg een ander lokaal toegewezen dan Glynis, die zowel bij de leuke docent mocht blijven, als bij twee studenten van onze vorige klas, terwijl ik onderhand met hangende schouders met een hele groep nieuwe gezichten me kon verplaatsen naar het andere lokaal… Enigszins jaloers! Maar aan de andere kant ook maar weer een uitdaging. We hebben ontzettend veel nationaliteiten in één klas: Duits, Russisch, Turks, Amerikaans, Italiaans, Koreaans, Indonesisch en Thai. En uiteraard Nederlands!

Eerst kregen we een lange introductie, waarbij we met zijn allen het Japans moesten oplezen (en laten we wel wezen, iedereen leek wat nerveus, aangezien de meesten al een tijdje niet aan Japans hadden gedaan, of tenminste niet aan het lezen…). Daaruit bleek wel dat dit een behoorlijk zwaar semester gaat worden. Mag ook wel, als je bedenkt dat dit vergevorderd Japans is, maar een zucht kon ik toch niet onderdrukken. Veel lezen, en veel openbaar spreken (debat, interview). Ze winden er in elk geval geen doekjes om.

Om de dag compleet te maken kregen we maar meteen huiswerk op: een essay waarin we onszelf voorstellen van 1 à 2 A4-tjes en het lezen van de tekst. Daarbij moeten we dinsdag meteen een quiz doen (een klein toetsje) van de woordjes van die tekst. Zoals ik al zei: genadeloos! Toch heb ik er ook wel weer zin in. Hiermee krijg ik weer een ritme waar ik op kan bouwen en kan ik systematisch studeren voor het grote nationale examen Japans (hoogste niveau) dat begin december afgenomen zal worden.

Toch wel mooi dan dat ik vóór al dit afgelopen woensdag naar mijn parttime baantje ging en daar gewoon buiten op het terrasje in een heerlijk zonnetje kon zitten! Dat is echt lang geleden, want een terrasje pikken kent men hier in Japan niet zo, dus voor mij was dit ‘onverwachtse geluk’ heerlijk! Ik verontschuldigde me dan ook tegenover mijn ‘leerlinge’ (ze leert met mij Nederlands) dat ik even mijn zonnebril uit mijn tas haalde om even optimaal te genieten van dat terrasjesgevoel. Komt nog bij dat ik voor het eerst in maanden mijn tanden kon zetten in een echt, overheerlijk croissantje! Ach, wat heb je toch ook weinig nodig om gelukkig te zijn af en toe, haha. En met zulke woorden voel ik me wat oud, maar ach, wat geeft het. Vanaf nu wordt het weer de student uithangen en hard werken, dus wens me succes, want dat zal ik nodig hebben!

Tot blogs!


Diana.

dinsdag 20 september 2011

Service

Tijd voor weer eens een update. Dit keer dacht ik eens thema te nemen, om jullie wat te vertellen over de Japanse samenleving en de gewoonten die ik zoal tegenkom en waar ik wel/niet aan gewend ben. Dit keer: service!
Service is ontzettend belangrijk in de Japanse maatschappij. De klant is koning, maar die woorden zijn niet alleen maar woorden die interessant klinken, maar vormen daadwerkelijk de norm. Overal. En dan bedoel ik ook overal.

In Japan kent men conbini’s. Dit zijn een soort kiosken, maar dan groter, uitgebreider én (en dit het belangrijkste van alles) vierentwintig uur per dag open. Superhandig, en niet voor niets, want conbini is een samentrekking van ‘convenience store’. Sowieso zijn openingstijden in Japan geweldig, want waar wij na ons werk of een laat college nog maar even snel naar de supermarkt moeten voor die sluit, sluit hier de supermarkt pas rond een uur of elf à twaalf, of zijn ze vierentwintig uur open. Voor alle Japanse zakenmannen (en –vrouwen) die overwerken en pas laat in de avond terugreizen naar huis is dit dus een goddelijke uitvinding.

In elk geval, conbini’s. Heel handig, wel wat duurder dan de gewone supermarkt, maar zo ongeveer alles is er te vinden, van eten tot tijdschriften tot dagelijkse benodigdheden als sokken en make-up. Er zijn allerlei ‘ketens’ hiervan, en in één straat zit er van elke keten op zijn minst één. Je kunt dus nog kiezen ook. Hierdoor is de conbini zo’n doodgewoon onderdeel van het straatbeeld geworden, dat je niet zonder kan, en ook niet meer opkijkt van dit soort winkeltjes. Omdat het dus overal is en allemaal ‘vlug vlug’ is (als in, je gaat er niet uitgebreid boodschappen doen), had ik aanvankelijk het idee dat het servicegehalte niet zo hoog zou zijn. Waarom zou je immers?

Niets is echter minder waar!

Vandaag kocht ik een voetbaltijdschrift, evenals een literpak citroenthee dat zo uit de koeling kwam. Oftewel, door de condens loopt het water in kleine straaltjes van het pak af en wordt niet alleen de plastic zak nat, maar alles wat in die tas zit ook. Na het afrekenen kreeg ik de plastic zak in mijn handen gedrukt en zag ik tot mijn grote schrik dat de kassière het tijdschrift bij dat pak had gedaan! Dus ik snel dat omgewisseld en naar huis gegaan. Bij thuiskomst opende ik de plastic zak met het pak drinken, en was ik bijna van slag af toen ik besefte dat de kassière in een mum van tijd het pak drinken in een ander dun plastic zakje had gedaan, en samen met een lang rietje (mensen hier drinken uit het pak) in de grote plastic zak had gedaan. En dat allemaal zonder dat ik het gezien had. Nu denken jullie misschien: ja, en? Maar voor mij is dit één van de voorbeelden hoe zelfs de kleinste, niet-chique conbini die overal zit een dergelijke service aflevert, ongeacht hoeveel klanten er in de rij staan en ongeacht dat je maar één minuut in de kleine zaak bent. Ik vind het heerlijk.

Nog zoiets: water in restaurants. Hier krijg je dat gewoon! Kost je niks, je mag zoveel en zo vaak inschenken als je wilt, en het staat overal (behalve bij de MacDonalds). Water of thee. Toch wat beter dan twee euro neertellen voor een flesje Spa, lijkt mij!

Ik kan in elk geval van deze kleine dingetjes onwijs genieten. Het maakt het ook enigszins ‘gevaarlijk’, omdat ik er zo snel aan gewend ben geraakt en het dadelijk in Nederland weer helemaal anders is.

Een wat grappiger voorbeeld van service, hoewel van een andere soort, is wat de kassière doet als je maandverband gaat kopen. Nu vind ik er niets beschamends aan om dat te doen, maar in Japan ligt dat toch iets anders. Met het pak maandverband naar de kassa lopen is nog oké, maar daarna moet er vooral niet te zien zijn dat je dat gekocht hebt. Oftewel, de kassière doet het pak maandverband in een kartonnen ‘zak’, die vervolgens met eventuele andere gekochte producten in een plastic zak gaat. Overdreven natuurlijk, vooral vanwege het feit dat iedereen in Japan bij het zien van zo’n papieren zak wéét wat erin zit. Wij moesten er in elk geval erg om lachen dat ze zoveel moeite nemen om iets te verbergen wat én iedereen koopt én wat juist zo gemakkelijk herkenbaar is als dat ‘beschamende’ maandverband, vanwege die papieren zak.

Dat was even mijn verhaaltje over service in Japan. Er zijn natuurlijk ontelbaar veel voorbeelden, maar deze schoten me zo even te binnen.

Hier gaat alles verder prima. Nog twee weken te gaan van de zomervakantie en dan gaat alles alweer van start. We hebben afscheid genomen van wat mensen, maar in hun plaats is er nu een hele groep (en echt een hele grote groep: zo’n vijftien man!) buitenlandse studenten bijgekomen. De DK House is veranderd van een ‘Japanse shared house’ met vier buitenlanders, naar een heel internationale gemeenschap! Voor zover ik heb weet en heb geteld zijn de volgende landen nu te vinden in ons DK House: Japan, Zuid-Korea, China, Taiwan, Nederland, Duitsland, Amerika, Rusland, Spanje, Brazilië, de Filipijnen en Australië. De atmosfeer is dus ook wel veranderd, want er is nu ook weer heel veel Engels te horen, maar het zijn denk ik wel leuke mensen. Het is ontzettend wennen, want waar wij eerst eigenlijk een uitzonderingspositie hadden (in goede zin), en ‘gewoon’ bij de Japanners hoorden omdat ons Japans vloeiend genoeg is, vallen we nu enigszins weer onder de ‘buitenlanders’ die tot dusver nog niet veel Japans hebben laten horen. Natuurlijk niet voor alle Japanners, want onze vriendengroep kent ons inmiddels, maar het is een beetje dat gevoel!

We gaan zien hoe het gaat worden. Het is in elk geval weer een levendige boel hier, en dat is allemaal maar goed!