woensdag 25 mei 2011

Bergbeklimmen

Nou, niet echt bergbeklimmen, meer berg bewandelen, maar het heet in het Japans wel degelijk bergbeklimmen! Afgelopen zaterdag (21 mei) toog ik samen met mijn uitwisselingsstudentvrienden naar de school van Amerikaan/Filippijn John om daar de Japanners en andere buitenlanders te ontmoeten die mee zouden gaan. Echt, waar ik in Nederland het weekend gebruikte om huiswerk te maken, is dat nu absoluut geen optie meer, want de weekenden zijn zowaar nog drukker dan de midweekse dagen!

Hoe dan ook, op de taalschool werden we ingedeeld in groepjes met wie we de berg op zouden gaan. Dit zou ongeveer een uurtje of een à anderhalf duren. Op de top zouden we dan gaan lunchen met zijn allen, waarna we weer gestaag zouden gaan afdalen.
Nou weet ik dat een planning noodzakelijk is, maar met een plan een berg beklimmen blijkt dus geen optie, haha. Aangekomen bij Mt. Takao na een treinrit van een uur, die overigens heel vlot en gezellig was, kregen we even de tijd om rond te kijken onderaan de berg, waarna we met onze groepjes vertrokken. Nog geen tien minuten na het “let’s go!” signaal ging alles door elkaar heen; Glynis, onze groepsleider en ik gingen in een behoorlijk tempo al naar boven, terwijl de hele rest van de groep (zo’n dertig man in totaal, overigens) in een dodelijk tempo achter ons aan sukkelde. Al gauw kreeg ik spijt van onze enthousiaste start, want aangezien mijn conditie niet optimaal is, het belachelijk warm en benauwd was en zelfs route 1 (de gemakkelijkste!) behoorlijk steil bleek, was het gauw gedaan met het snelle tempo. Andreas, eigenlijk met een ander groepje, nam het voortouw met Glynis, waarna niemand van ons hen meer gezien heeft tot we aankwamen op de top.

Ondanks de hitte en het steiler dan verwachte pad, was het echt ontzettend gezellig, leuk en vooral mooi. Heel erg fijn om weer eens in de natuur te zijn, in plaats van omgeven door hoge gebouwen, auto’s en herrie. Genoten. Ook lekker de geuren van het bos weer eens te ruiken in plaats van uitlaatgassen. En het uitzicht! Want uiteraard, ondanks het overdreven geklaag dat we allemaal graag lieten horen, hebben we allemaal de top bereikt, waar we konden bijkomen en lekker gingen lunchen. Ook onderweg was er al voldoende te doen met een tempelcomplex en verschillende kleine standjes waar je bijvoorbeeld meer dan welkom ijs of koud drinken kon kopen. Genieten! Op de top namen we ook afscheid van elkaar, waarna ieder voor zichzelf kon teruggaan of nog kon blijven.

De terugweg was natuurlijk een stuk gemakkelijker en moe maar voldaan reisden we per trein terug naar het centrum van Tokyo. Zondag voelde ik nog niet zoveel van het ‘klimmen’, maar maandag en dinsdag lieten mijn kuiten toch wel even merken zich behoorlijk ingespannen te hebben!

Klik hier voor de foto's van deze trip!

zondag 15 mei 2011

Het dagelijks leven

Hallo vanuit een behoorlijk warm Tokyo! De temperatuur is inmiddels opgelopen naar een graad of 23 elke dag, met hier en daar een uitschieter van 27 graden.
Ik ben al behoorlijk gewend hier aan het ritme. Elke dag rond half zeven opstaan, kwart voor acht de deur uit, iets over acht de metro en ergens tussen kwart voor negen en negen uur aankomst op de Yotsuya campus. Nog altijd is het super druk in de metro, en ook al dacht ik van niet in het begin, ik ben er al goed aan gewend. Je krijgt een soort gelatenheid over je als je elke dag het zoveelste sardientje in een groot blik bent. Ik gebruik de 23 minuten die ik in de metro sta om mensen te mailen vanaf mijn telefoon (‘smsen’), om wat te dutten of om muziek te luisteren. Net als de Japanners houd je rekening met de mensen om je heen, maar negeer je ze tegelijkertijd volkomen – een eigenschap die ik graag overneem en vasthoud!

De colleges zijn weinig variërend, waardoor ze, vooral als ik moe ben, soms wat saai of langdradig zijn. Aan de andere kant zorgt het er wel voor dat we een tekst goed behandelen, dat woorden en kanji beter blijven hangen en dat daarmee, denk ik, onze Japanse vaardigheden wel vooruitgaan. Elke dag hebben we wel een toets(je) of twee, en elke week een grotere test. Tot nu toe is alles goed bij te houden, al komt het geregeld op de laatste dag aan omdat ik veel andere (leukere!) dingen doe.

Zo ben ik momenteel lid van een club genaamd SISEC die speciaal opgericht is om de ‘kloof’ tussen buitenlandse studenten en Japanners te overbruggen. Het aantal buitenlanders is vervelend klein, wat erg jammer is voor deze club, maar daar is vooralsnog niets aan te doen dus roeien we met de riemen die we hebben.
Van deze club hadden we afgelopen zaterdag (14 mei) een ‘Cooking Party’, oftewel een kookfeestje. We werden met 55 man opgedeeld in zes groepen die aan de slag gingen met gerechten uit zes verschillende landen (China, Korea, Japan, Amerika, Italië en Hongarije). Ik werd ingedeeld bij de laatste en onze gerechten waren goulash en paprika-kip. Ik kan jullie vertellen: de goulash was geen goulash, maar smaakte desondanks prima! En het bereiden was natuurlijk hilarisch, vooral omdat we ook met onze groep zelf de boodschappen moesten doen en daarbij het recept meenamen; nou is dat op zich niet grappig, maar het naar het Engels vertaalde recept was zó onbegrijpelijk dat zelfs de buitenlandse studenten maar naar de Japanse versie grepen om enigszins een idee te krijgen van de ingrediënten en bereidingswijze! Geweldig ook om te zien hoe iedereen na afloop opruimt en schoonmaakt; daar kunnen Nederlanders nog wat van leren! Iedereen neemt een taak op zich, werkt hard (en perfectionistisch; alles moet schoon!) en degenen die enigszins overbodig zijn, zoeken naargeestig naar iets om te doen om vooral niet te niksen! Heerlijk.

Zondag ben ik naar Asakusa geweest (een heel toeristisch tempelcomplex in Tokyo) met Kengo, een Japanse jongen (eerstejaars universiteit) die een paar jaar geleden met zijn middelbare school klas naar Leiden kwam en met wie ik sindsdien contact heb gehouden. Kengo had zijn maatje Nobu meegenomen en met zijn drieën zijn we op pad gegaan. Allereerst was het al zo grappig om te zien dat beiden een gids/magazine hadden meegenomen en daadwerkelijk vooraf wat ‘onderzoek’ hadden gedaan naar het tempelcomplex en de omgeving om te zien wat we konden gaan doen! Waar wij meestal maar besluiten dat we naar een bepaalde district in Tokyo gaan en dan wel zien, wisten zij precies welke plekjes we binnen dat district moesten bezoeken. Later bleek ook dat Nobu aan zijn docent had gevraagd welk district een aanrader was voor een uitje met iemand uit Nederland!
Binnen het tempelcomplex deden we precies wat elke Japanner doet, maar wat je als toerist meestal niet doet omdat je dat niet kent of omdat je er geen zin in hebt. Maar nu ik twee Japanners bij me had, volgde ik hun voorbeeld en dat was ontzettend leuk! Allereerst betaalden we 100 yen om een mikuji te trekken; dit is een papiertje waarop jouw geluk geschreven staat. Toevallig hadden wij alle drie verschillende uitkomsten: Nobu zou heel veel geluk hebben, ik ‘normaal’ geluk en Kengo, helaas, veel pech! Aangezien hij die laatste (en slechtste) getrokken had, moest hij die aan een rek binnen dat bij het verkooppunt stond; daarmee zou die pech dan afgeweerd worden.
Vervolgens gingen we naar de plek waar je wierook kunt branden die je dan moet inademen en over je hoofd moet waaien met je handen; dit is dan om je te reinigen voor je de tempel betreedt. Hierna gingen we de tempel binnen en deden we een gebed, waarbij Kengo nog even tegen Nobu zei dat hij het ‘bidritueel’ verkeerd uitvoerde. En ik maar lachen.
Vanwege het ‘vooronderzoek’ dat mijn gidsen gedaan hadden, verlieten we al snel het toeristische gedeelte en betraden we de minder bewandelde paden van Asakusa. Dit leidde ons naar een wat chiquer restaurant waar we heerlijke tempura (gefrituurde snacks, zoals een garnaal en bepaalde vis) met rijst aten. Dit was tevens voor het eerst dat ik een vis met staart en al heb opgegeten.
Ook hebben we veel verschillende snacks geprobeerd waarvan ik de namen niet eens meer weet, maar het was zo lekker en zo leuk om gewoon overal voor een paar honderd yen een snack te kopen en te eten! Ook kwam ik er achter dat in de Sumidagawa, de grote rivier, kwallen zwemmen – en niet maar een paar!

Het was een heerlijke dag vandaag en het zorgt ervoor dat ik weer genoeg energie heb om komende week aan de slag te gaan. Er staat buiten de colleges weer genoeg op de planning. Morgen staat een concert van Maroon5 op de planning! En niet in de minste hal; de groep treedt op in het Nippon Budokan, een arena in het centrum van Tokyo! Hier hebben The Beatles bijvoorbeeld hun eerste concert in Japan gegeven, en diverse artiesten hebben hier een ‘Live at Budokan’ album opgenomen, waaronder Deep Purple, Bob Dylan, Dir en Grey (Japanse band), miyavi (Japanse artiest) en Ozzy Osbourne. Ik ben er nog nooit geweest dus dat beloofd wat en volgens Haruka, door wie ik ben meegevraagd, hebben we ook goede plaatsen, dus ik ben benieuwd! Aankomend weekend gaan we met een groep naar Takao-san, een berg niet al te ver van Tokyo die we gaan ‘beklimmen’ (wandelen dus) en zondag staat er een heus pannenkoekenfeest op de planning, waarvoor Glynis en ik eventjes de handen uit de mouwen gaan steken! Verslag volgt uiteraard nog!

Ciao!

maandag 2 mei 2011

Hallo vanuit Tokyo!

Eindelijk weer eens een bericht, na enige aansporing van trouwe lezers. Het is niet zo dat ik geen zin heb om te schrijven, het is vooral een tijdkwestie! Elke dag is er wel iets te doen en ben ik weer op pad; ik heb dan ook de nodige moeite om in mijn dormitory me te houden aan de curfew van twaalf uur…

Colleges
De colleges zijn behoorlijk intensief (zoals te verwachten was van de intensieve cursus) en ook vermoeiend, voornamelijk omdat ze om 9:15 beginnen en ieder negentig minuten aandacht eisen. Daarnaast krijgen we veel huiswerk, ook vaak al voor de volgende dag, en staat er elke dag wel een toets of twee op het programma. Aan de andere kant is het echt heel goed om in het ritme te blijven en om woordjes ook daadwerkelijk te leren en te onthouden. Omdat je meerdere lessen over één hoofdstuk doet, blijven de woordjes ook na de toets nog terugkomen, waardoor ze gemakkelijker blijven hangen. Daarnaast zijn onze docenten ontzettend leuk, dus dat helpt zeker mee.

Nieuwe vrienden
Ik leer hier echt ontzettend veel nieuwe mensen kennen, zowel van Japanse als van andere nationaliteit. Vanuit mijn klas is er nog niet echt veel ontstaan, behalve met één meisje uit Rusland en een jongen uit (wat een toeval!) Barcelona; het feit dat Barça vorige week van Real Madrid won in de eerste leg van de Champions League vierden we dan ’s ochtends ook even in de klas. Ook de mensen uit de dormitory waar Glynis zit (een uur bij mij vandaan helaas…) zitten veel Japanners met wie ik het goed kan vinden. We zijn al wezen uiteten, drinken en lekker film gekeken (een Thaise horrorfilm, lachen!); erg jammer dat ze helemaal aan de andere kant van Tokyo wonen!

Japans
Met mijn Japans gaat het ook goed. Elke dag spreken doet echt wonderen, ik ga met sprongen vooruit. Het lijkt net of alles wat ik in drie jaar geleerd heb er nu allemaal uitkomt; het doet mijzelf zelfs versteld staan. Toch geen reden om te ontspannen; het moet natuurlijk nog beter, maar het zelfvertrouwen is er en ik vind het heerlijk om een dag met een Japanner of Japanse op te trekken en alleen maar Japans te praten. Top! Ook voor de Japanners die Engels willen oefenen hebben we iets leuks: ik spreek Japans tegen hen en zij antwoorden in het Engels. Het lukt overigens niet altijd, maar we doen ons best, haha.
Met andere woorden, alles gaat goed met mij. Het lijkt al veel langer dan een maand dat ik hier zit, maar het is allemaal nog niet zo lang als het lijkt. Ik geniet in elk geval van elke dag, samen met de mensen die hier zitten, en voorlopig zal dat nog wel zo blijven!

Tot schrijfs maar weer,
Diana