woensdag 21 december 2011

Een beetje kerstsfeer proeven: illumination in Harajuku

Het is ongelofelijk, maar het is al 21 december! Alleen de 22e nog naar de universiteit, en daarna zijn we vrij tot 5 januari 2012. Plannen voor Kerst? Een kerstfeest hier in het DK House op kerstavond, verder niets. Plannen voor Oud & Nieuw? Niets…? Misschien een sterretje afsteken op het dak van het DK House… En dat zonder die overheerlijke oliebollen en Guido Weijers’ Oudejaarsconference…

Gek hoe de sfeer hier zo anders is dan in Nederland. Na het Sinterklaasfeest komen de kerstspullen tevoorschijn en is het overal, maar dan ook werkelijk overal kerst. Overal kerstverlichting, Last Christmas van Wham! en alles staat in het teken van dit christelijke feest. Al voor het daadwerkelijk kerst is, ben je in de kerststemming en kun je niet wachten tot het 24 december is. Hier in Japan is het plotseling bijna zo ver!

Daarnaast is alles van winkels tot supermarkten tot zelfs de lokale sportschool gewoon open het aankomende kerstweekend, en zijn er veel van de DK-bewoners niet eens aanwezig op het kerstfeest omdat ze zoals gewoonlijk naar hun bijbaantje moeten… Pas met Oud & Nieuw gaan ook banken en dergelijke dicht en zal ik het een paar dagen zonder gym moeten doen—die, tot mijn groot vermaak, alle mensen die níet tijdens het kerstweekend gaan zondigen vooral aanmoedigde om lekker te komen sporten en het met zijn allen gezellig te maken, want de staf moet natuurlijk ook gewoon werken…

In elk geval, de kerstsfeer die ik zo gewend ben, is eigenlijk ver te zoeken, zo waren ook meerdere buitenlanders in het DK House van mening. Om toch een beetje in de kerststemming te komen ben ik met Mami (een goede Japanse vriendin van mij) en Glynis naar de Omotesando in Harajuku gegaan om daar de kerstverlichting te bekijken, de illumination. Dat is dan wel weer iets wat in Japan, of in elk geval in Tokyo gedaan wordt: bomen en winkels versieren met kerstlampjes. Veel over gehoord en tot 17 december geen kans gehad om een kijkje te nemen, maar die zaterdagnamiddag togen we naar Harajuku om het eens met eigen ogen te gaan bekijken.

De Omotesando is een brede, dure winkelstraat in Harajuku, waar namen als Louis Vuitton en Blueberry niet ontbreken. Op een cafeetje hier en daar na, en een toeristisch kijkje, heb je hier in feite niet veel te zoeken. Maar met de feestdagen op het oog is deze straat omgetoverd tot een waar lichtjesspektakel, met alle bomen aan weerszijden van de straat versierd met goudkleurige verlichting. Het deed me meteen tegen aan de Champs-Élysées in Parijs!

We waren uiteraard niet de enigen; terwijl de schemer viel, zagen de trottoirs al zwart van de mensen die overal stopten om foto’s te maken. De straat oversteken was natuurlijk hét punt waar mensen stil wilden blijven staan om de gehele straat op camera vast te leggen, en daarom stonden er ook politieagenten die iedereen aanspoorden vooral door te blijven lopen. De loopbruggen over de straat, vanwaar je natuurlijk een prachtig uitzicht zou hebben, waren om drukte, en daarmee, gevaar te voorkomen afgesloten.

Mami nam ons ook mee naar de Omotesando Hills, een chique warenhuis waar ik waarschijnlijk vanuit mezelf nooit een stap binnen gezet zou hebben. Buiten het warenhuis stond een prachtig verlichte koets, waar nota bene FC Barcelona verdediger Dani Alves een paar dagen ervoor een foto had laten nemen van zichzelf!

Binnen kreeg ik eindelijk een beetje een kerstgevoel met een Disney-thema en een schitterende kerstboomvormige verlichting in het middelpunt van het warenhuis. Er kwam ook een Japanse zangeres optreden, maar haar stem en haar Engelse uitspraak (van grote hits als All I Want for Christmas en de Jackson5) waren zodanig dat we er niet lang bleven rondhangen.

Uiteindelijk zijn we de hele straat afgelopen en keerden we met toch een beetje een kerstgevoel terug naar Ikebukuro om daar te gaan dineren. Hoewel Japan in dat opzicht toch wat vervaagt in vergelijking met ons kleine landje, is het niet helemaal afwezig en ga ik lekker kerstfilms kijken en warme chocolademelk drinken! En hoe dan ook, er staat ons een vakantie van iets langer dan een week te wachten, dus klagen mogen we sowieso niet!

Fijne Kerstdagen allemaal!

donderdag 8 december 2011

Dank je, Sinterklaasje!


Ik mag dan in Tokyo zitten, maar natuurlijk is het, mede door media als Facebook, mij niet ontgaan dat Sinterklaas weer in de Lage Landen was. Normaal vier ik het eigenlijk niet zo, maar hier heb ik me pas beseft wat een sfeer Sinterklaas eigenlijk met zich meebrengt. Al doe je er niets aan, overal in de winkels tref je snoepgoed aan, de televisie besteedt aandacht aan het fenomeen en kindertjes lopen rond met petjes van Zwarte Piet. Meer dan ik dacht, is het toch een heuglijke feestdag, al is het maar vanwege alle sfeer eromheen (hetzelfde geldt voor Kerstmis, eigenlijk).
Hoewel ik dus geen vierder meer ben, was ik natuurlijk nooit te beroerd om Sinterklaas snoepgoed te verorberen. En dat is hier in Japan uiteraard nog niet in de kleinste variant te verkrijgen! Wat een gemis - en Japanners zijn nog wel zo dol op zoet spul!

Vanuit Nederland was er wel een pakketje naar mijn onderweg, maar naar mijn weten was dat vooral gevuld met allerlei praktische zaken die Nederland in overvloed heeft maar die in Japan niet of nauwelijks te vinden zijn. Één voorbeeld: fatsoenlijk, niet-zoete, niet-al-te-vloeibare pindakaas!
Dinsdag 6 december kwam het pakketje al aan, maar uiteraard toen ik niet thuis was, en via Internet (prachtig systeem) kon ik het pakketje opvragen en aangeven wanneer ik wilde dat het opnieuw geleverd zou worden.

En ja hoor, de volgende dag, rond een uur of één, werd er op mijn deur geklopt en stond daar een Japanse postbode met een megapakket uit Nederland!
Nog voor ik het pakketje überhaupt had opengemaakt, had ik al de grootste lol, want het blijkt dat het spellen van Kuijpers in het katakaans (Japans schrift voor buitenlandse namen en woorden) prima gaat, maar het spellen van diezelfde achternaam in westers alfabet enigszins problematisch is. Waar Word er graag KNIJPERS van maakt, schreef de Japanse postbode het maar als KUJIPERS. Geen idee waarom, maar ik vond het hilarisch!

Nou, en als een kind zo blij mocht ik het pakketje gaan openmaken. En ja hoor, tot mijn grote verbazing, en vreugde natuurlijk, zaten er ook cadeautjes in - ingepakt in Sinterklaaspapier! Broetjespiet Marco had een flesje Lipton Ice Tea (met prik!) geschonken, dat inmiddels al niet meer bestaat - en het was overheerlijk! De Bejaarde Piet uit Uden, ofwel mijn oma, had een sjaal ingepakt, super lekker warm en rood van kleur, wat die saaiige zwarte winterjas wat kan opleuken. De andere Oma-Piet gaf een overheerlijke chocoladeletter! En alsof dat nog niet genoeg was, kreeg ook Glynis nog een chocoladeletter en een chocoladepop toegestopt - net als ik.
Ik weet niet hoor, maar mijn goede voornemen om goed om mijn eten te blijven letten wordt toch een beetje gedwarsboomd door al dat lekkers! Nog maar meer sporten dan!


Uiteraard zaten er nog wat praktische spulletjes in, evenals een pot pindakaas (ja, ja!) waar de eerste hap al uitgelepeld is. En stiekem is deze pindakaas véél lekkerder dan Calvé pindakaas... Oh, en ook zo geweldig: blauwe Doritos (je kunt hier veel smaken krijgen, maar die niet) én worstenbroodjes! Nou, waar ik nog het hardste om heb gelachen (met Glynis) is het bakje curry dat ik erbij kreeg... Waar kan een mens allemaal niet stom blij van worden! Curry is zo lekker...

Nou, ik heb wel weer genoeg geschreven over mijn pakketje. Ik ben in elk geval blij dat Sinterklaas en zijn Pieten toch eventjes Tokyo hebben aangedaan - hopelijk is er van al dat lekkers nog iets over in januari, dat zou betekenen dat ik me goed heb kunnen beheersen, haha!

Bedankt, Sint en Pieten!

maandag 5 december 2011

Japanese Language Proficiency Test

Het is alweer december... De tijd vliegt, en veels te snel!
Mijn afwezigheid van twee maanden is gemakkelijk te verklaren: geen tijd, maar vooral ook weinig zin om te vertellen over dingen die voor mij zo normaal zijn geworden dat het het bijna niet waard is om erover te schrijven. Echter, het is zo gemakkelijk om te vergeten dat dergelijke voor mij normale dingen voor jullie niet zo doorsnee zijn...

4 december 2011 stond ik, samen met drie huisgenootjes, op de campus van de Takachiho University, hemelsbreed zo'n dertig minuten ten zuiden van Fujimidai, maar met het openbaar vervoer op een uur afstand. Voor deze zondag was deze universiteit het podium voor een belangrijk examen: het zogeheten Japanese Language Proficiency Test (JLPT), oftewel een nationaal examen dat je Japanese taal toetst. Nu zijn er vijf niveaus, waarvan vijf het laagste en één het hoogste is, en wij vieren hadden ons ingeschreven voor het hoogste niveau. Ai.
De dag was goed begonnen; om zeven uur was ik klaarwakker en uitgerust, en vanaf het dak van DK House werd ik begroet door een ongelofelijk goed zichtbare Mt. Fuji, de heilige berg van Japan. Gelukssymbool? Inmiddels enigszins verjapanst mag ik graag geloven dat dat zo was.
Al onderweg naar Takachiho University werd het duidelijk: dit is een heel ander deel van Tokyo. Slechts zeventien minuten van het enorm populaire en overbevolkte Shibuya, en je waant je in een andere stad. Bijna het platteland, zoals de Japanners het zouden noemen.Aangekomen op de campus werd nog iets meteen duidelijk: het aantal blanke buitenlanders zou op hoogstens twee handen te tellen zijn! De trein zat nog stampvol met Europeanen en Amerikanen, maar die stapten allen op een ander station uit, waarschijnlijk op weg naar Niveau 2 of lager. Wij trokken goed de aandacht onder alle mensen die opgingen voor Niveau 1...


Glynis en ik zaten in dezelfde ruimte, samen met zo'n honderd (schat ik?) Aziaten, en een handjevol blanke buitenlanders. Nu vallen wij altijd al op, maar wat een gestaar! Ongelofelijk. Japanners kunnen wat dat betreft beter hun fatsoen bewaren (een enkele uitzondering daargelaten). Er werd zelfs naar ons gewezen en het voelde echt vreselijk, al moesten wij er natuurlijk hard om lachen.
Nog een leuk iets: de WC's in ons al oude gebouw kenden alleen de Japanse stijl. Oftewel: geen zitwc, maar een wc ingebouwd in de grond waar je boven moet hangen... Tot nu toe, in al die maanden dat ik in Japan ben, heb ik deze WC's weten te ontwijken en ging ik liever in de rij staan voor de "Westerse WC's", maar ditmaal was er geen ontkomen aan. En ik kan je zeggen, als het even kan, doe ik het niet nog een keer!

Nou, de toets dan. Hier begint de verschrikkelijke Japansheid der Japanners. Glynis en ik zaten niet bij elkaar in de buurt, dus heb ik grotendeels in mijn eentje zitten gniffelen, want wat een efficiëntie en non-efficiëntie weer!
Ten eerste was het een oplopende zaal, zoals een collegezaal, met rijen banken. Op elke rij waren, met een plaats ertussen uiteraard, stickers geplakt met je respectievelijke nummer dat je had gekregen bij aanmelding. Oftewel, je plek was bepaald en daarnaar moest je op zoek. Nu had ik de mazzel dat ik helemaal achterin zat, en een goede uitkijk had op hoe zo'n officieel examen nu eigenlijk geregeld wordt.
Allereerst wordt er vijftien keer, en dat ik niet overdreven, gevraagd of je nummer of je 'kaart' klopt met het nummer op de sticker. Ook al had ik het al veertien keer gecheckt, ook toen het de vijftiende keer gevraagd werd, checkte ik het nogmaals. Daarna werd verteld wat je wel op je tafel mag hebben liggen, namelijk potloden (balpen verboden), je kaart en een gum, die overigens wel uit het hoesje gehaald moest worden. Buiten dat mocht er niets op je tafel liggen. Dit werd eveneens tot in den treure toe herhaald (en nog waren er mensen die niet gehoorzaamden...).
Ook moest je telefoon uit. Niet op trilfunctie, maar uit. Grappig genoeg was het zeggen ervan niet voldoende; de aanwezige staf liep ook de trappen tussen de rijen op met een geprint blaadje met daarop een mobiele telefoon met een grote streep erdoor: OFF! Eveneens het alarm op digitale horloges moest uitgezet worden.

Alsof dat nog niet genoeg was, werd er ook uitgelegd dat er een strafsysteem in werking zou zijn tijdens het tentamen. Een rode kaart betekende directe diskwalificatie en moest je de ruimte verlaten. Een gele kaart was een waarschuwing; een tweede werd dan automatisch een rode. Het leek wel voetbal! En ook dit moest nog drieduizend keer herhaald worden, inclusief stafleden die dezelfde kaart omhooghouden alsof ze in het vliegtuig demonstreren hoe je een reddingsvest moet omdoen. Ja, het was zeer vermakelijk!
Maar het wordt nog leuker (ja, het kan bijna niet!): ook het uitdelen van de testblaadjes en de vragenboekjes was een heel gedoe. Alles lag natuurlijk op volgorde van naam/nummer, waardoor het gemakkelijk uitdelen was voor de stafleden. Maar stel je dit voor: op elke rij zitten drie mensen, één aan het linkergangpad (persoon 1), één in het midden (persoon 2), en één aan het rechtergangpad (persoon 3). Nu zou je zeggen, als staflid ga je links staan en deel je de drie blaadjes van die rij uit. Maar nee, dit is hoe Japan het doet: eerst doe je de testblaadjes (waar je de antwoorden op moet invullen). Dit doe je niet per twee of drie, maar stuk voor stuk. En dan niet op één rij, maar eerst persoon 1 op rij 1, dan persoon 1 op rij 2, etcetera. Tot je bovenaan bent, dan ga je weer naar beneden en herhaal je hetzelfde riedeltje met alle personen 2 op de rijen. Vervolgens herhaal je dit voor persoon 3. Daarna deel je de vragenboekjes uit en ook dit (al stond er niet eens een persoonsnaam- of nummer op) doe je volgens hetzelfde ritueel. Nou, geen wonder dat ze er een kwartier voor hadden uitgerukt, wat een gekkenwerk! Tot mijn grote vermaak, uiteraard.

Ik zou bijna vergeten over de test zelf te vertellen! Om 12:45u begon het eerste deel van het examen: begrijpend lezen, kanji en grammatica. Wat een kluif! Kanji en grammatica was erg moeilijk en helemaal niet veel, dus van alle kanji die je geleerd had, werd natuurlijk maar een heel beperkte selectie gevraagd, en als je die dan niet wist... Lezen was heel erg veel, heel veel verschillende (en lange) teksten waar dan vragen over werden gesteld. De tijd tikte maar door, waardoor ik sommige teksten niet goed en rustig kon lezen - op het einde moest ik echt haasten. Enigszins jaloers besefte ik dat mijn Aziatische buurman het vast gemakkelijker zou hebben met het begrijpen van al die tekens...
De tijd vloog om en om 14:35u stipt, riep het hoofdstaflid van de dag door de microfoon dat het tijd was. Geen waarschuwing ("nog vijf minuten") vantevoren, maar een "pennen neer". Doorschrijven zou een gele kaart kosten, dus ik gooide mijn pen nog net niet naar beneden. We mochten natuurlijk nog niet weg, want alles moest nog opgehaald en nageteld worden - en ook dat kostte weer vermakelijk veel tijd.

Het grootste gedeelte van het halfuurtje pauze hebben Glynis en ik in de rij voor de dameswc's gespendeerd. Al waren er herenwc's (niet de staande, uiteraard) omgetoverd tot dameswc's, het was verbijsterend wat voor rijen er overal stonden, en we waren al van gebouw gewisseld speciaal voor de toiletten. Nog verbazingwekkender was hoe ontzettend sloom meisjes naar de wc gaan, ongelofelijk! Gelukkig waren dit wél Westerse wc's.

Deel twee was Luistervaardigheid en hoewel we natuurlijk goed gewend zijn aan gesproken Japans, is dit wel een stapje verder qua woordenschat, en uiteraard worden er vervelende vragen gesteld, waarvan je het antwoord nét gemist kan hebben. Het viel dan ook vies tegen, vooral toen bleek dat ik de gesproken tekst goed had begrepen, maar het totaal niet overeen vond komen met de gegeven antwoorden!
Halverwege de toets hadden we een paar minuten pauze en konden we eventjes ontspannen onder het genot van een pianomuziekje dat de spanning weg moest nemen. En ik zat maar te glimlachen.

Na afloop van het examen was ik doodmoe, net als mijn medekandidaten en gingen we met gemengde gevoelens naar huis. Het is ontzettend moeilijk om te zeggen of ik nu geslaagd ben of niet. Iets zegt me dat ik het niet superslecht heb gedaan, maar het deel dat denkt dat ik hiervoor ga zakken is sterker. Afwachten dan maar.
De resultaten komen ergens halverwege februari binnen, dus tot die tijd er niet meer aan denken en maar afwachten! Het is in elk geval over, ik heb mijn best gedaan - nu weer tijd om te focussen op alle anderen dingen!

Ciao~

zaterdag 1 oktober 2011

Het nieuwe semester

Het is zover: het nieuwe semester staat voor de deur. Na een eigenlijk te lange zomervakantie gingen Glynis en ik gisteren (30 september) op pad naar de Yotsuya Campus van de universiteit voor ons eerste college. Het was een vreemd gevoel om de campus weer zo vol te zien! En dan heb ik het nog niet eens over het aantal buitenlanders, dat explosief toegenomen is. Op zich niet erg, maar wát een verschil met vorig semester. Overal hoorde ik Engels, en als ik eerlijk ben, was dat enigszins intimiderend. Ik zag de bui ook alweer hangen voor onze klas, die waarschijnlijk veel groter zou zijn dan afgelopen semester.

Het gebouw was hetzelfde als een paar maanden geleden, en zelfs de verdieping, dus even had ik nog de illusie dat ik mijn oude vertrouwde – en ontzettend geliefde – docent voor de klas zou zien staan, maar dat was niet het geval. Wel was het klaslokaal enorm vol, en dat werd alleen maar erger – ik geloof dat we in totaal met zo’n 23 man waren uiteindelijk! Voor Advanced Japanese (vergevorderd) is dat uiteraard te groot, dus werden we in twee groepen opgedeeld, en dezelfde nationaliteit mag niet bij elkaar zitten… Oftewel, ik kreeg een ander lokaal toegewezen dan Glynis, die zowel bij de leuke docent mocht blijven, als bij twee studenten van onze vorige klas, terwijl ik onderhand met hangende schouders met een hele groep nieuwe gezichten me kon verplaatsen naar het andere lokaal… Enigszins jaloers! Maar aan de andere kant ook maar weer een uitdaging. We hebben ontzettend veel nationaliteiten in één klas: Duits, Russisch, Turks, Amerikaans, Italiaans, Koreaans, Indonesisch en Thai. En uiteraard Nederlands!

Eerst kregen we een lange introductie, waarbij we met zijn allen het Japans moesten oplezen (en laten we wel wezen, iedereen leek wat nerveus, aangezien de meesten al een tijdje niet aan Japans hadden gedaan, of tenminste niet aan het lezen…). Daaruit bleek wel dat dit een behoorlijk zwaar semester gaat worden. Mag ook wel, als je bedenkt dat dit vergevorderd Japans is, maar een zucht kon ik toch niet onderdrukken. Veel lezen, en veel openbaar spreken (debat, interview). Ze winden er in elk geval geen doekjes om.

Om de dag compleet te maken kregen we maar meteen huiswerk op: een essay waarin we onszelf voorstellen van 1 à 2 A4-tjes en het lezen van de tekst. Daarbij moeten we dinsdag meteen een quiz doen (een klein toetsje) van de woordjes van die tekst. Zoals ik al zei: genadeloos! Toch heb ik er ook wel weer zin in. Hiermee krijg ik weer een ritme waar ik op kan bouwen en kan ik systematisch studeren voor het grote nationale examen Japans (hoogste niveau) dat begin december afgenomen zal worden.

Toch wel mooi dan dat ik vóór al dit afgelopen woensdag naar mijn parttime baantje ging en daar gewoon buiten op het terrasje in een heerlijk zonnetje kon zitten! Dat is echt lang geleden, want een terrasje pikken kent men hier in Japan niet zo, dus voor mij was dit ‘onverwachtse geluk’ heerlijk! Ik verontschuldigde me dan ook tegenover mijn ‘leerlinge’ (ze leert met mij Nederlands) dat ik even mijn zonnebril uit mijn tas haalde om even optimaal te genieten van dat terrasjesgevoel. Komt nog bij dat ik voor het eerst in maanden mijn tanden kon zetten in een echt, overheerlijk croissantje! Ach, wat heb je toch ook weinig nodig om gelukkig te zijn af en toe, haha. En met zulke woorden voel ik me wat oud, maar ach, wat geeft het. Vanaf nu wordt het weer de student uithangen en hard werken, dus wens me succes, want dat zal ik nodig hebben!

Tot blogs!


Diana.

dinsdag 20 september 2011

Service

Tijd voor weer eens een update. Dit keer dacht ik eens thema te nemen, om jullie wat te vertellen over de Japanse samenleving en de gewoonten die ik zoal tegenkom en waar ik wel/niet aan gewend ben. Dit keer: service!
Service is ontzettend belangrijk in de Japanse maatschappij. De klant is koning, maar die woorden zijn niet alleen maar woorden die interessant klinken, maar vormen daadwerkelijk de norm. Overal. En dan bedoel ik ook overal.

In Japan kent men conbini’s. Dit zijn een soort kiosken, maar dan groter, uitgebreider én (en dit het belangrijkste van alles) vierentwintig uur per dag open. Superhandig, en niet voor niets, want conbini is een samentrekking van ‘convenience store’. Sowieso zijn openingstijden in Japan geweldig, want waar wij na ons werk of een laat college nog maar even snel naar de supermarkt moeten voor die sluit, sluit hier de supermarkt pas rond een uur of elf à twaalf, of zijn ze vierentwintig uur open. Voor alle Japanse zakenmannen (en –vrouwen) die overwerken en pas laat in de avond terugreizen naar huis is dit dus een goddelijke uitvinding.

In elk geval, conbini’s. Heel handig, wel wat duurder dan de gewone supermarkt, maar zo ongeveer alles is er te vinden, van eten tot tijdschriften tot dagelijkse benodigdheden als sokken en make-up. Er zijn allerlei ‘ketens’ hiervan, en in één straat zit er van elke keten op zijn minst één. Je kunt dus nog kiezen ook. Hierdoor is de conbini zo’n doodgewoon onderdeel van het straatbeeld geworden, dat je niet zonder kan, en ook niet meer opkijkt van dit soort winkeltjes. Omdat het dus overal is en allemaal ‘vlug vlug’ is (als in, je gaat er niet uitgebreid boodschappen doen), had ik aanvankelijk het idee dat het servicegehalte niet zo hoog zou zijn. Waarom zou je immers?

Niets is echter minder waar!

Vandaag kocht ik een voetbaltijdschrift, evenals een literpak citroenthee dat zo uit de koeling kwam. Oftewel, door de condens loopt het water in kleine straaltjes van het pak af en wordt niet alleen de plastic zak nat, maar alles wat in die tas zit ook. Na het afrekenen kreeg ik de plastic zak in mijn handen gedrukt en zag ik tot mijn grote schrik dat de kassière het tijdschrift bij dat pak had gedaan! Dus ik snel dat omgewisseld en naar huis gegaan. Bij thuiskomst opende ik de plastic zak met het pak drinken, en was ik bijna van slag af toen ik besefte dat de kassière in een mum van tijd het pak drinken in een ander dun plastic zakje had gedaan, en samen met een lang rietje (mensen hier drinken uit het pak) in de grote plastic zak had gedaan. En dat allemaal zonder dat ik het gezien had. Nu denken jullie misschien: ja, en? Maar voor mij is dit één van de voorbeelden hoe zelfs de kleinste, niet-chique conbini die overal zit een dergelijke service aflevert, ongeacht hoeveel klanten er in de rij staan en ongeacht dat je maar één minuut in de kleine zaak bent. Ik vind het heerlijk.

Nog zoiets: water in restaurants. Hier krijg je dat gewoon! Kost je niks, je mag zoveel en zo vaak inschenken als je wilt, en het staat overal (behalve bij de MacDonalds). Water of thee. Toch wat beter dan twee euro neertellen voor een flesje Spa, lijkt mij!

Ik kan in elk geval van deze kleine dingetjes onwijs genieten. Het maakt het ook enigszins ‘gevaarlijk’, omdat ik er zo snel aan gewend ben geraakt en het dadelijk in Nederland weer helemaal anders is.

Een wat grappiger voorbeeld van service, hoewel van een andere soort, is wat de kassière doet als je maandverband gaat kopen. Nu vind ik er niets beschamends aan om dat te doen, maar in Japan ligt dat toch iets anders. Met het pak maandverband naar de kassa lopen is nog oké, maar daarna moet er vooral niet te zien zijn dat je dat gekocht hebt. Oftewel, de kassière doet het pak maandverband in een kartonnen ‘zak’, die vervolgens met eventuele andere gekochte producten in een plastic zak gaat. Overdreven natuurlijk, vooral vanwege het feit dat iedereen in Japan bij het zien van zo’n papieren zak wéét wat erin zit. Wij moesten er in elk geval erg om lachen dat ze zoveel moeite nemen om iets te verbergen wat én iedereen koopt én wat juist zo gemakkelijk herkenbaar is als dat ‘beschamende’ maandverband, vanwege die papieren zak.

Dat was even mijn verhaaltje over service in Japan. Er zijn natuurlijk ontelbaar veel voorbeelden, maar deze schoten me zo even te binnen.

Hier gaat alles verder prima. Nog twee weken te gaan van de zomervakantie en dan gaat alles alweer van start. We hebben afscheid genomen van wat mensen, maar in hun plaats is er nu een hele groep (en echt een hele grote groep: zo’n vijftien man!) buitenlandse studenten bijgekomen. De DK House is veranderd van een ‘Japanse shared house’ met vier buitenlanders, naar een heel internationale gemeenschap! Voor zover ik heb weet en heb geteld zijn de volgende landen nu te vinden in ons DK House: Japan, Zuid-Korea, China, Taiwan, Nederland, Duitsland, Amerika, Rusland, Spanje, Brazilië, de Filipijnen en Australië. De atmosfeer is dus ook wel veranderd, want er is nu ook weer heel veel Engels te horen, maar het zijn denk ik wel leuke mensen. Het is ontzettend wennen, want waar wij eerst eigenlijk een uitzonderingspositie hadden (in goede zin), en ‘gewoon’ bij de Japanners hoorden omdat ons Japans vloeiend genoeg is, vallen we nu enigszins weer onder de ‘buitenlanders’ die tot dusver nog niet veel Japans hebben laten horen. Natuurlijk niet voor alle Japanners, want onze vriendengroep kent ons inmiddels, maar het is een beetje dat gevoel!

We gaan zien hoe het gaat worden. Het is in elk geval weer een levendige boel hier, en dat is allemaal maar goed!

dinsdag 23 augustus 2011

Zomervakantie~

Sorry voor de hele lange afwezigheid. Bij deze een update!

Het is hier voor mij dus zomervakantie, heel augustus en september. Pas in oktober komen de boeken weer uit de kast. Tenminste, dat is de bedoeling, maar ik heb bedacht dat ik hier het nationale examen voor de Japanse taal wil doen, dus daarvoor probeer ik nu elke dag te studeren. Het valt niet mee, zeker omdat de hitte hier niet bepaald motiveert, maar dit is een goede disciplineoefening, zal ik maar zeggen.

DK House

Ik ben tevens verhuisd van mijn oude dormitory in Kasai naar een nieuwe ‘guest house’ in Nerima, vlakbij Ikebukuro (voor de mensen die enigszins kennis van Tokyo hebben). Hier wonen veel van de vrienden die ik heb leren kennen de afgelopen maanden, en de korte tijd die ik nu hier zit, heeft me doen beseffen dat ik de goede keuze heb gemaakt. Ik heb altijd aanspraak, we gaan ook veel doen met elkaar (zoals bowlen, vuurwerk kijken en baseball oefenen!) en ook ’s avonds is het hier altijd heel gezellig. Deze mensen maken het een superleuke plek om te wonen! Daarbij kunnen we ook op het dak – het is een gebouw van vijf verdiepingen – vanaf waar we op een heldere dag Mt Fuji kunnen zien; echt heel tof. Dat is trouwens ook de plek waar je de was ophangt, en waar je kunt zonnen – heerlijk. Ook is dit DK House heel vlakbij het gebied van Tokyo dat ik het leukste vind, dus al in al een perfecte keuze.

Strand

Met een andere groep Japanners, via mijn tweede nieuwe Nederlandse vriendinnen, zijn we naar het strand geweest, met de auto. Ten eerste was het al superleuk om eens een autorit in Japan mee te maken, en om de Japanse Tom-Tom te bekijken. Echt geinig, zag er veel ingewikkelder uit dan de versie die ik ken. Het strand was heerlijk, één grote vleesmarkt leek het wel met meiden die meer uitgedost waren voor de club dan voor het strand (hoewel ze wel bikini’s droegen). Stel je voor: een meisje met heel lang (nep)haar, een dikke laag make-up en dan vreselijk onhandige hoge hakken – krankzinnig! Oftewel, ik heb vreselijk moeten lachen om die mensen.

Nog leuker werd het toen Jeanine en ik wilden gaan zwemmen – dat is immers toch wat je doet als je naar het strand gaat? De jongens waren natuurlijk geen watjes en die doken het water in, maar de meisje gingen – geheel gekleed – alleen pootjebaden. Preuts! Jeanine en ik, lekker Hollands als we zijn, hadden geen boodschap aan ‘meisjesachtig’ doen en doken zonder pardon het water in. En een lol! Die jongens vonden het in elk geval prachtig, zeker toen we ook nog verder gingen zwemmen dan waar je kunt staan, en dat we meededen met de bal spelen en in de golven springen. Het maakt ons absoluut niet ‘schattig’ zoals de Japanse meisjes hier, maar je kunt in elk geval lol met ons hebben. Volgens mij wordt dat ook zeker wel gewaardeerd.

Luieren

Verder doe ik niet veel. Als in, ik doe elke dag wat, maar om nou te zeggen dat het noemenswaardig is… Boodschappen, studeren, film kijken… Veel shoppen ook, of in elk geval rondwandelen en lekker eten. Vooral lekker eten, want dat doe ik graag en daar hebben ze genoeg van hier in Tokyo. Vooral vlees! Japanners eten meer vlees dan er verwacht wordt; tuurlijk eten ze ook vis en sushi, maar vlees is ook zeker onderdeel van hun dagelijkse dieet. Lekker vlees, vooral, haha.

Japanners zijn trouwens wel heel erg slecht in groenten eten. Wokken, wat wij Aziatisch noemen, kennen ze niet echt. Hier eten ze vooral dan koolsla, maar dat is het dan wel een beetje. Japanse curry bijvoorbeeld ook bestaat voornamelijk uit rijst en dan de curry, waarin een enkel wortelschijfje en een verdwaalde aardappel voorbij komt. Groenten eten valt hier echt mee. Ik, daarentegen, maar gerust een hele maaltijdsalade met groenten erop en eraan, wat hier trouwens ontzettend in de smaak viel! Nu heb ik ook een van mijn Japanse vrienden beloofd dat ik binnenkort een keertje wortels met uien ga maken, oftewel, Dutch-style, dus dan zal ik ze eens een pot lekker Nederlands eten voorschotelen.

In elk geval, alles gaat hier dus goed met mij. Geen nieuws is goed nieuws, ik vermaak me prima hier, en besef me ook heel goed dat de tijd vliegt. Binnenkort bereiken we het halfjaarpunt, dat van mij nog wel uitgesteld mag blijven, maar dat toch steeds dichterbij komt…

Tot over een tijdje weer!